Ga naar de inhoud

Orgels in Zederik

Ameide

Hervormde kerk

Het eerste orgel in de Hervormde Kerk te Ameide werd gebouwd door C.F.G. Witte. Dit orgel ging verloren in de kerkbrand van Goede Vrijdag 1 april 1953. In 1955 bouwde L. Verschueren een geheel nieuw orgel, waarvan het front zoveel mogelijk werd nagemaakt van een foto van het Witte orgel.

In 1972 bleek het instrument dringend aan restauratie toe, mede als gevolg van de hetelucht-verwarming. In 1976 werd een opdracht verstrekt aan Slooff, waarbij de heer Hülsmann als adviseur optrad. In 1983 werd het orgel door Slooff uitgebreid met een Rugwerk.

In 2003 werd de Vox Celeste vervangen door een beter exemplaar, terwijl aansluitend in 2004 een Echo-Trompet werd toegevoegd aan het bovenwerk. Dit register was een cadeau van de gemeente aan de jubilerende organist die op dat moment zijn 40-jarig jubileum vierde als organist van de Hervormde Gemeente te Ameide.

Deze Echo Trompet is in 2020 verplaatst en opnieuw als Trompet 8’ geïntoneerd naar het Hoofdwerk. Op het Bovenwerk ontstond ruimte voor een Hobo 8’. 

Extra informatie

Hoofdwerk

Prestant 8′
Roerfluit 8′
Octaaf 4′
Speelfluit 4′
Quint 2 2/3′
Octaaf 2′
Mixtuur IV-VI
Cornet V
Trompet 8′

Bovenwerk

Holpijp 8′
Baarpijp 8′
Vox Celeste 8′
Viola 8′
Prestant 4′
Roerfluit 4′
Nasard 2 2/3′
Gemshoorn 2′
Terts 1 3/5′
Hobo 8′
Tremulant

Rugwerk

Holpijp 8′
Quintadeen 8′
Prestant 4′
Ged. Fluit 4′
Octaaf 2′
Scherp IV
Sesquialter II
Dulciaan 8′
Tremulant

Pedaal

Prestant 16′
Subbas 16′
Octaaf 8′
Octaaf 4′
Nachthoorn 2′
Bazuin 16′
Trompet 8′

Koppelingen

Ped – HW
Ped – RW
HW – BW
HW – RW

Hei- en Boeicop

Hervormde kerk

De firma Emile Verschueren uit het Belgische Tongeren bouwde in 1979 een nieuw orgel voor de Hervormde Kerk in Hei- en Boeicop (Utrecht). Voor het orgel werd gebruik gemaakt van het front van Jan Proper, dat in 1909 gebouwd werd voor de Hervormde Kerk te Nieuw-Beijerland. Hier plaatste Verschueren in 1977 een nieuw instrument, waarna het oude werd ingenomen. Het oude orgel van Hei- en Boeicop, een instrument van Leichel uit 1905, werd gesloopt met uitzondering van de kas en het front, die weer zijn gebruikt voor de restauratie van het Witte-binnenwerk in Nederhorst den Berg. Het nieuwe mechanische sleepladen-orgel is in gebruik genomen op 5 juli 1979 met een bespeling door Henk van Egmond uit Lexmond, organist in Ameide, die tevens adviseur was bij de bouw. De samenzang werd begeleid door Jan Hol, organist van de kerk.

Hoofdwerk

C – g3 Prestant 8′
Roerfluit 8′
Octaaf 4′
Fluit 4′
Octaaf 2′
Mixtuur III-IV sterk
Trompet

Positief

C – g3 Holpijp 8′
Prestant 4′
Roerfluit 4′
Quint 2 2/3′
Woudfluit 2′
Terts 1 3/5′
Dulciaan 8′
Tremulant

Pedaal

C – f1 Subbas 16′
Gedekt 8′
Fagot 16′

Koppelingen

Hoofdwerk – Positief
Pedaal – Hoofdwerk
Pedaal – Positief

Lexmond

Hervormde kerk Kerkorgel

Op 16 oktober 1791 is het orgel in Lexmond door Strümphler voltooid. Het instrument werd in de loop van de tijd wel enigszins gewijzigd, maar het grootste deel van de dispositie en de mechaniek is nog origineel. Gabry voerde in 1925 enkele wijzigingen door. In 1958 is het geheel door Van Leeuwen gerestaureerd, maar er is toen wegens geldgebrek niets gewijzigd. Bij de laatste restauratie van de kerk is het orgel verplaatst van het zuidertransept naar de westelijke torenwand van de kerk. Onder advies van Hans Erné voerde Flentrop in 1982/1983 een restauratie uit. Hierbij is de dispositie zoals vermeld in de Boekzaal hersteld. Overigens is er wel een Gemshoorn 2′ op het bovenklavier geplaatst, in plaats van een 4′, omdat het hier vermoedelijk om een fout in de opgave in de Boekzaal gaat. Het instrument in Lexmond is sterk verwant aan twee andere kleinere orgels van Strümphler: dat uit de Doopsgezinde Kerk ‘De Zon’ in Amsterdam en uit de Doopsgezinde Kerk in De Rijp (thans in Utrecht, Geertekerk). Op 1 juni 1983 werd het orgel weer in gebruik genomen. Hierbij werd het bespeeld door de organisten van de kerk, de heren A. Langerak en H. van Egmond, en restauratie-adviseur Hans Erné. Het sleepladen-orgel is geheel mechanisch.

Muziekfragmenten beluisteren

Hoofdwerk C – f3

Bourdon 16′
Prestant 8′ – discant dubbelkorig
Roerfluit 8′
Viola di Gamba 8′
Octaaf 4′
Roerquint 3′
Superoctaaf 2′
Mixtuur IV sterk
Sesquialter II-IV sterk (gedeeld)
Fagot 16′
Trompet 8′ (gedeeld)

Bovenwerk C – f3

Holpijp 8′
Quintadeen 8′
Prestant 4′
Fluit 4′
Gemshoorn 2′
Cornet IV sterk (discant)
Dulciaan 8′ (gedeeld)
Tremulant

Pedaal C – d1

Aangehangen

Koppelingen

Manuaalkoppel (gedeeld)

Lexmond

Hervormde kerk Koororgel

In 2004 werd in het koor van de Hervormde Kerk te Lexmond een orgel geplaatst. Het is een klein positief met drie stemmen, dat in 1980 door een amateur-orgelbouwer, Hendrik A.W. Kramer werd gemaakt voor een familie in Lexmond. Er is nog een open plek op de lade, waar een Regaal 8′ kan worden geplaatst. Henk van Egmond heeft het samen met de maker overgeplaatst en opnieuw geïntoneerd. Het sleeplade-orgel is geheel mechanisch. Het heeft geen pedaal.

Manuaal

Gedekt 8′
Roerfluit 4′
Prestant 2′
Regaal 8′ Gereserveerd

Speelhulpen

Ventiel

Lexmond

Lux Mundi

Het orgel is in 1993 gebouwd door de firma Gebr. Van Vulpen (Utrecht). Adviseur was Jan Jongepier (Leeuwarden).

Meer informatie

Hoofdwerk

Prestant 8′
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Quintfluit 3′
Octaaf 2′
Sesquialter 2⅔’ 2 sterk
vanaf a – Mixtuur 1⅓’ 2-3 sterk

Borstwerk

Gedekt 8′
Spitsfluit 4′
Woudfluit 2′

Pedaal

Subbas 16′

Koppelingen

Hoofdwerk aan Pedaal
Borstwerk aan Pedaal
Borstwerk aan Hoofdwerk
Mechanische sleepladen
Manuaalomvang: C-f3
Pedaalomvang: C-d1

Meerkerk

Christelijke Gereformeerde kerk

Boogaard orgel
Orgelmakerij Proper te Kampen bouwde in 1892 een nieuw orgel voor een kerk in Enschede. Dit orgel verhuisde in 1952 naar een kerk in Purmerland. In 2014 werd het orgel te koop aangeboden. Het vormt de basis voor het orgel wat Orgelmakerij Boogaard in 2018 gebouwd heeft voor Meerkerk.

Het ontwerp is een balustrade-orgel met Hoofdwerk, Nevenwerk en Pedaal, in de stijl van de Hollandse romantische orgels zoals deze rond 1890 gebouwd zijn. De bestaande orgelkas van het Proper orgel is hiervoor het uitgangspunt geweest. Deze kas is aan beide zijden verbreed door twee nieuwe zijvelden toe te voegen.
De tractuur van het orgel is mechanisch. Dat betekent dat alle verbindingen tussen toets en pijp op een mechanische manier tot stand komen. Alle gebruikte houten verbindingen zijn op traditionele wijze vervaardigd. De klaviatuur is vernieuwd en aan de linkerzijde van het orgel geplaatst. De toetsen zijn gemaakt van fichtehout, de ondertoetsen zijn belegd met been, de boventoetsen zijn gemaakt van ebbenhout. Alle mechanieken zijn gemaakt van eikenhout met abstracten van red ceder.

De bestaande windlade van Proper is gerestaureerd en gebruikt voor het Hoofdwerk, voor het Nevenwerk is eveneens een bestaande windlade gerestaureerd en toegepast. Voor het Pedaal is een nieuwe windlade vervaardigd. Al het pijpwerk is gerestaureerd. De benodigde nieuwe frontpijpen zijn door Orgelpijpenmakerij J. Stinkens in Zeist nieuw vervaardigd. Het mensuren beeld is in stijl van rond 1890.

De klankkleur van het orgel is naar het beeld van de Hollandse Romantiek en is met een brede en draagkrachtige pedaalondersteuning zeer geschikt ter begeleiding van de gemeentezang.

Afkomst

(P): Orgelmaker Proper
(VK): Oude Valkx & van Kouteren orgel
(B): Orgelmaker Boogaard
(HS): Henk Scheuerman, pijpwerk Stinkens

 

Hoofdwerk C – f3

Bourdon 16vt. (P)
Prestant 8vt. (P)
Holpijp 8vt. (P)
Oktaaf 4vt. (P)
Fluit 4ft. (P)
Quint 3vt. (P)
Octaaf 2vt. (P)
Cornet 5 sterk (B)
Trompet 8vt. Bas&Disc. (B)

Bovenwerk C – f3

Roerfluit 8vt. (B)
Viola di Gamba 8vt. (B)
Vox Celeste 8vt. (VK)
Roerfluit 4vt. (B)
Nasard 3vt. (B)
Woudfluit 2vt. (B)
Dulciaan 8vt. (HS)
Tremulant

Pedaal C – f1

Subbas 16vt. (VK)
Gedekt 8vt. (B)
Bazuin 16vt. (B)

Koppelingen

Hoofdwerk – Nevenwerk
Pedaal – Hoofdwerk
Pedaal – Nevenwerk

Meerkerk

Hervormde kerk

Het orgel is gebouwd door firma van Puffelen in 1876. Pels & Van Leeuwen restaureerde het orgel in 1970. In 2003 werd het orgel nogmaals gerestaureerd door Pels & Van Leeuwen. Op 24 oktober 2003 is het orgel opnieuw in gebruik genomen met een bespeling door Jan Bonefaas. Vanwege een uitbreiding van het kerkgebouw is het orgel medio 2020 opnieuw geïntoneerd.

Hoofdwerk C-f’’’

Bourdon 16′
Prestant 8′
Roerfluit 8′
Octaaf 4′
Gemshoorn 4′
Fluit Douce 4′
Octaaf 2′
Cornet IV sterk
Mixtuur III-IV sterk
Trompet 8′

Bovenwerk C-f’’’

Holpijp 8′
Viola 8′
Prestant 4′
Fluit 4′
Nasard 3′
Woudfluit 2′
Quint 1 1/3′
Dulciaan 8′

Pedaal C-f’

Bourdon 16′
Gedekt 8′
Octaaf 4′
Fagot 16′

Overige

Koppel: Hoofdwerk – Bovenwerk
Koppel: Pedaal – Hoofdwerk
Koppel: Pedaal – Bovenwerk
Tremulant Hoofdwerk
Tremulant Bovenwerk

Meerkerk

Ichthuskerk

Het orgel van de Ichthuskerk is een van Vulpen orgel. Op 22 december 2001 is het in gebruik genomen. Het telt verdeeld over 2 klavieren en pedaal 13 stemmen en het heeft 878 pijpen. De adviseur dhr. Jan Jongepier uit Leeuwarden heeft bij de oplevering van dit orgel op 18 febr. 2002 in Meerkerk het volgende gezegd:

“Ik wil plechtig verklaren dat dit een orgel is waarvan ik vind dat het zo zou moeten zijn! Je kunt het je niet idealer voorstellen: souplesse, levendigheid, rijkdom aan toon. De orgelbouwer Van Vulpen uit Utrecht en de orgelcommissie van de Ichthuskerk wil ik feliciteren omdat het een orgel geworden is op zo’n hoog niveau. Dus bij deze.
Als je de orgels beziet die van dit type in de voorgaande jaren zijn gebouwd, zoals Lexmond(Lux Mundi), Bilthoven-Noord,Ede(ziekenhuis) – dan is dit Meerkerkse orgel meer uitontwikkeld, volwassener, een topje. Het is echt zeer mooi geworden/zeer goed gelukt!
Het heeft een kleine dispositie – maar het heeft zoveel mogelijkheden. Fantastisch orgeltype!”

Hoofdwerk 8 stemmen

Prestant 8′
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Quintfluit 3′
Octaaf 2′
Mixtuur 2-3 st.
Sesquialter 2st
Dulciaan 8′

Borstwerk 4 stemmen

Gedekt 8′
Spitsfluit 4′
Woudfluit 2′
Cornet 3st. vanaf g Pedaal (1 stem)
Subbas 16′

Koppelingen

Hw/Bw
Ped/Hw
Ped/Bw
Hw+Bw

Tremulanten op Hw + Bw

Leerbroek

Dorpskerk

Bij een kerkbrand in 1935 ging het Kruse-orgel van de Hervormde Kerk in Leerbroek verloren. Na de restauratie bouwde Valckx & Van Kouteren in 1936 een nieuw pneumatisch kegelladen-orgel. Het front is ontworpen door de architect A. van Essen uit Voorburg, die ook de restauratie van de kerk uitvoerde. Het orgel staat geheel in een zwelkast, met uitzondering van de frontpijpen. Het orgel is op 25 juni 1936 in gebruik genomen. Het kerkgebouw is sinds de vorming van de Protestantse Kerk Nederland in gebruik als Hersteld Hervormde Kerk.

In 2011/2012 is het orgel gerestaureerd door Consultare Orgelbouw. Het instrument is uitgebreid met een Gedekt 8′ op het pedaal. Verder is het opnieuw geïntoneerd. Op 15 februari 2012 werd het orgel weer in gebruik genomen.

Manuaal
(in zwelkast) C – G3

Bourdon 16′ (B/D)
Prestant 8′ (B/D)
Holpijp 8′ (B/D)
Viola 8′ (B/D)
Voix Celeste 8′ (B/D)
Octaaf 4′ (B/D)
Roerfluit 4′ (B/D)
Woudfluit 2′ (B/D)
Mixtuur III sterk (B/D)
Trompet 8′ (B/D)
Tremulant

Pedaal C – f1 

Subbas 16′
Gedekt 8′
2012

Koppelingen

Pedaalkoppel
Manuaal superkoppel

Speelhulpen

Vaste combinaties
(p – mf – f – t)

Nieuwland

Hervormde kerk

De Nieuwlandse kerk heeft nog maar betrekkelijk kort een orgel. In 1899 werd er in de kerkenraad voor het eerst gesproken over de aanschaf van een orgel, vóór die tijd was er geen. Pas op 15 juni 1908 viel het definitieve besluit om er een aan te schaffen. Op 3 augustus van dat jaar legde de “fa. Kruse Orgelfabrikant te Leeuwarden” zich per brief vast het orgel te leveren voor ƒ 2300, inclusief de kosten van de plaatsing. Een bestek van de bouw is niet meer aanwezig. In dit verband is het bestek van het Leerbroekse orgel interessant, dat wel be­waard is gebleven. Het gaat over een orgel van exact dezelfde dispositie, maar toch zit er een tijds­verloop van 10 jaar tussen de bouw van beide orgels! Een week later kreeg G. van Dijk, timmerman te Nieuwland, opdracht voor de bouw van de orgeltribune, terwijl de onderbouw door A. Verduin uit Nieuwland werd gemaakt. Op 18 september ging de opdracht voor het verfwerk naar K. Verschoor Mzn., schilder alhier. Het orgel werd gebouwd aan de Oostkant, in het koor, op een tribune boven de ingang en het werd op 25 november gekeurd door de heer van Bonzel, Muziekonderwijzer te Leerdam. Op de 29e november 1908 werd het in­gewijd door ds. Tj. J. Wielinga naar aanleiding van 1 Sam. 16 vers 17.

Het orgel is dus gebouwd door het bedrijf van de orgelbouwer J.F. Kruse te Leeuwarden. Johan Frederik Kruse werd geboren in Zeist in 1848 en overleed in Leeuwarden in 1907. Hij was de schoonzoon van Willem Hardorff (1815-1899), die een orgelmakersbedrijf had. Deze had het be­drijf van Willem van Gruisen voortgezet rond 1846. De grootvader van Willem Hardorff (M.H. Hardorff), treffen we aan in het beroemde orgelmakersbedrijf van A.A. Hinsch.

Kruse was werkzaam in het bedrijf van zijn schoonvader. Vanaf ongeveer 1880 zette hij het bedrijf zelfstandig voort. Na zijn dood in 1907 werden de nog lopende zaken afgehandeld door de Gebr. Adema. Daar was dus ook het Nieuwlandse orgel bij. Andere Kruse-orgels zijn onder meer te vin­den in Rossum (1899), in Zeeuws-Vlaanderen (Cadzand 1902 en Groede 1903) en in het Noorden van het land, onder andere in Oostermeer (Fr.). Ook de kerk van Leerbroek had een Kruse-orgel, zoals hierboven al gemeld, maar dat is bij de kerkbrand in 1935 verloren gegaan. Het werk van Kruse staat nog in de traditie van de Friese orgelmakerijen: kas, windwerk en regeer­werk in dit orgel getuigen daarvan. Het pijpwerk betrok Kruse van elders, een rond de eeuwwisse­ling ook door andere orgelmakers gevolgde praktijk. De wat conservatieve Kruse leverde nog am­bachtelijk werk, wat in die tijd toch bijzonder was, gezien de bewondering die men had voor de technologie. Het ambachtelijk werk was in groot gevaar. Het instrument in Nieuwland ademt ener­zijds nog de geest van de kunstzinnigheid en degelijkheid van de 19e eeuwse friese orgelbouw, an­derzijds heeft het enkele kenmerken die wijzen naar een later tijdperk. Een kenmerk van de latere orgels van Kruse is de hoorn des overvloeds die in de vleugelstukken voorkomt.

In de jaren 1955 – 1957 vond er een ingrijpende restauratie van het kerkgebouw plaats. Het orgel werd gedemonteerd, opgeslagen, gerepareerd en weer opgebouwd door J. de Koff en Zn. te Utrecht. Het werd toen aan de Westkant tegen de toren, op een gaanderij geplaatst. Bij de latere restauratie van de kerk in 1983 werd ook de toestand van het orgel bekeken. De Orgel­commissie der Nederlands Hervormde Kerk werd er ter advisering bij betrokken. De gecommitteerde van deze commissie, de heer A. van Beek, onderzocht het orgel en constateerde dat het nagenoeg in de oorspronkelijke staat verkeerde en restauratie verdiende. De Fa. Flentrop te Zaandam voerde de restauratie uit. De windlade werd volledig gerestaureerd, het pijpwerk waar nodig hersteld, het mechaniek geheel nagezien en gerepareerd, de balg werd op een aantal plaatsen gedicht en er werd een nieuwe ventilator geplaatst. Er werd ook een Cornet IV discant op een kantsleep toegevoegd, afkomstig uit het orgel in de Grote Kerk te Edam, die daar omstreeks 1895 door de orgelmaker Jurriaans werd geplaatst. In de zeven­tiger jaren werd deze stem in het kader van een restauratie uit dat orgel verwijderd, omdat zij niet in het veel oudere instrument paste. Het register past echter wel bij het pijpwerk van het Nieuwlandse orgel. Het uiterlijk van het orgel werd verfraaid. De orgelmakers polijstten de frontpijpen en verguldden de labia. Het schilderwerk en het aanbrengen van het bladgoud werden verzorgd door Schildersbe­drijf Evert Vink in Leerdam. Op 11 februari 1984 werd het orgel weer aan de Kerkvoogdij overgedragen. Sindsdien is het in onderhoud bij de Fa. Flentrop Orgelbouw B.V. te Zaandam: een jaarlijkse stem‑ en onderhoudsbeurt.

Manuaal C-f3

Prestant 8′
Petit Bourdon 8′
Gamba 8′
Octaaf 4′
Fluit d’Amour 4′
Quint 3′
Octaaf 2′
Cornet 4 st.
Trompet 8′

Pedaal C-g0

aangehangen